In ’De Slimste Mens’ streed ik vooral tegen mezelf | column

Haroon Ali

Ik deed afgelopen week mee aan ’De Slimste Mens’, de razend populaire ’kennisquiz met een knipoog’. Als u dit leest, weten we ook hoe het voor mij is afgelopen. Ik speelde vier afleveringen, werd drie keer dagwinnaar, maar vloog er op de tweede finaledag uit. Ik wist te weinig van lange vingers, waardoor Guido Spek me wegspeelde met ’tiramisu’.

Het is een intimiderende, confronterende arena. De grootste angst is dat je al in de eerste aflevering sneuvelt. Dat wordt gezien als een afgang, wat veel prominente mensen ervan weerhoudt om mee te doen. „Ik peins er niet over”, zei Eva Jinek maandagavond nog in haar talkshow, in een gesprek met ex-finalisten. „Ik wil niet ontmaskerd worden.”

’De Slimste Mens’ kan je een heel dom gevoel geven, vooral als je een open deur mist die de gemiddelde kijker wel ziet. Aan het begin van dit seizoen werd ook geroepen dat het niveau van de deelnemers te laag was, met als dieptepunt een vraag over Salman Rushdie. Geen van de drie deelnemers herkende de schrijver in het fragment.

Vanaf je comfortabele bank kun je veel makkelijker antwoorden bedenken. Daarom kijken er ook zoveel mensen. Maar hoe goed zou u presteren in een tv-studio met felle lampen en een publiek? En de wetenschap dat 2,5 miljoen mensen je fouten terugzien en je anekdotes ontleden? (Zoals mijn ervaring met de hallucinerende plantendrug ayahuasca.)

Toch wilde ik de strijd aangaan, omdat ik te nieuwsgierig was. In september werd ik gevraagd om mee te doen, na een oefenpotje met een redacteur. Ik had vervolgens twee maanden om te trainen, tot de opnames in november. Ik speelde ruim 250 keer de Slimste-app, spitte Wikipedia door en keek geschiedenisvideo’s voor kinderen.

Ik ben nogal een perfectionist, dus ik streed vooral tegen mezelf. Toen ik de eerste aflevering niet alleen overleefde maar ook won, had er een last van mijn schouders moeten vallen. Maar ik wilde nog een keer spelen, en nog een keer. Ik word al mijn hele leven door mensen onderschat, waardoor ik vaak de drang voel om mezelf te bewijzen.

Maar je moet je zelfvertrouwen niet laten afhangen van een quizprogramma. Ik wist bijvoorbeeld best veel van wereldpolitiek, maar ging vaak genoeg de mist in bij simpele onderwerpen, zoals ’De Fabeltjeskrant’. Ik dacht dat ik me zou schamen om ’De Slimste’ terug te kijken met vrienden en alle reacties op Twitter zou vrezen. Maar de tijd tussen de opnames en de uitzendingen hielpen me te relativeren. Het is maar een spelletje.

Wie is slim en wie is dom? We hebben allemaal wel eens last van het ’oplichterssyndroom’. We twijfelen aan ons eigen kunnen en zijn bang om door de mand te vallen. Natuurlijk vond ik het jammer dat ik verloor, zo dicht bij de eindsprint. Maar ik kijk vooral terug op een spannend avontuur. Dat had ik allemaal gemist als ik nee had gezegd.

Meer nieuws uit Opinie-Column

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.