Over twee jaar moeten leerlingen weer beter gaan rekenen, lezen en schrijven. Onderwijsinspectie: ’Het roer moet om’
Hoewel veel scholen kampen met een steeds nijpender lerarentekort, zouden leerlingen over twee jaar weer steeds vaker op niveau moeten zijn met rekenen, taal en burgerschap. Dat stelt de Inspectie van het Onderwijs in het jaarlijkse rapport De Staat van het Onderwijs over 2021.
De afgelopen jaren legde de inspectie steeds de vinger op de zere plek in het jaarlijkse rapport waarin de knelpunten in het onderwijs en de prestaties van leerlingen en studenten worden beschreven. Al voor corona waren de basisvaardigheden bij leerlingen niet op orde. En door het haperende onderwijs tijdens de pandemie is het niveau van veel leerlingen niet verbeterd, hoewel scholen een deel van de achterstanden wel hebben ingelopen bij hun leerlingen met inhaalprogramma’s. Vooral leerlingen met laagopgeleide ouders blijven slechter scoren met rekenen en taal. De achterstand geldt niet alleen in het basisonderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs. Over het niveau op het mbo kan de inspectie weinig zeggen omdat er geen zicht is op de resultaten bij de verschillende scholen. Dat belooft de inspectie in de gaten te gaan houden.
Om de basisvaardigheden van leerlingen te verbeteren, gaat de onderwijsinspectie de nadruk leggen op het bijscholen van onderwijspersoneel zodat docenten leerlingen gerichter kunnen helpen om hun niveau te verbeteren. ,,Het Nederlandse onderwijs investeert minder dan andere landen in na- en bijscholing. En de scholing die wel plaatsvindt is te vaak ongericht’’, zegt Alida Oppers, inspecteur-generaal van het Onderwijs. In het onderzoek van de inspectie geeft een derde van de scholen aan dat niet alle leraren toetsresultaten kunnen goed kunnen analyseren en interpreteren. En een kwart van de scholen geeft aan dat zij geen duidelijke visie hebben op taal- en rekenonderwijs.
In twee jaar moet de basis weer op orde kunnen komen, vindt de inspectie. Volgens Oppers is dat haalbaar. Ze wijst op Ierland en Zweden waar in een paar jaar tijd dezelfde neergaande trend werd gekeerd toen zij met dezelfde teruggang kampten. ,,Dat is hoopvol.’’ Daarnaast zijn de ervaringen met de methodes die zijn gebruikt in het nationaal programma onderwijs om achterstanden door corona aan te pakken, hoopvol.
Lerarentekort
Geld en bijscholing is niet het enige probleem om de boel op orde te brengen. Want hoe wil je docenten bijscholen die er niet zijn? Opvallend is dat het lerarentekort in het hele onderwijs is opgelopen, maar vooral in het voortgezet onderwijs. Het tekort steeg van 10,5 procent in 2018/19 naar 16,9 procent in 2020/21. En in het primair onderwijs van zes naar 8,6 procent. Het tekort is vermoedelijk nog veel hoger omdat vacatures plaatsen toch geen zin heeft, vinden scholen. Ook is er een tekort van 1100 schoolleiders in Nederland. De inspectie roept scholen op om leerkrachten zoveel mogelijk vaste contracten te geven omdat dat de minste kans geeft op uitval. Want nu houdt elf procent van de startende docenten er binnen twee jaar mee op. Vooral in het westen van Nederland zijn de tekorten het grootst. En scholen met veel leerlingen uit sociaal zwakkere milieus hebben relatief een groot lerarentekort. Door de tekorten nemen steeds meer scholen hun toevlucht tot een vierdaagse schoolweek en inzetten van onbevoegd personeel, constateert de inspectie.
Ondanks alle problemen in het onderwijs, gaat het op de arbeidsmarkt goed met de jeugd. Ongeveer vijf procent van de jongeren tussen 15 en 29 jaar volgt geen onderwijs en werkt niet. Dat is een van de laagste percentages in Europa.
Minister Dennis Wiersma (Onderwijs) laat weten met een ’masterplan’ te komen ’om de basis op orde te krijgen, met extra steun voor leraren’. Leerkrachten gaan onder meer een hoger salaris krijgen, minder werkdruk en een ’duidelijke opdracht voor het onderwijs’. De minister zegt te beseffen ’dat we dit niet direct van vandaag op morgen keren, juist daarom hebben we geen tijd te verliezen’.