Protesten tegen racisme en politiegeweld zijn in Portland al geruime tijd aan de gang. Ook richt het protest zich tegen de inzet van zwaarbewapende federale veiligheidstroepen die de regering-Trump tegen de wil van Portland in heeft gestuurd. De regering rechtvaardigt de operatie met de bescherming van een federale rechtbank.

De Amerikaanse regering heeft afgelopen weekend een verdere aanscherping aangekondigd van acties tegen gewelddadige demonstranten. De Washington Post meldde maandag dat federale ambtenaren ter plaatse moeten worden beschermd. Vorige week is besloten honderd extra federale troepen naar Portland te sturen, aldus de krant, verwijzend naar een interne e-mail van het ministerie van Justitie. Het ministerie van Binnenlandse Veiligheid overweegt vijftig grenswachten te sturen, meldde de krant, daarbij verwijzend naar niet bij naam genoemde hoge ambtenaren.

Federale troepen

Minister van Justitie William Barr zegt in een verklaring, die hij dinsdag voordraagt tijdens de zitting van een gerechtelijke commissie van het Huis van Afgevaardigden, achter de inzet van de federale veiligheidstroepen in Portland te staan. Hij vindt dat de aanvallen op het federale gerechtsgebouw "een aanval op de regering van de Verenigde Staten vertegenwoordigen."

"De meest fundamentele verantwoordelijkheid van de regering is het waarborgen van de rechtsstaat, zodat mensen hun leven veilig en zonder angst kunnen leiden. Het ministerie van Justitie zal blijven werken aan het vervullen van die plechtige verantwoordelijkheid", aldus Barr in voorbereidde opmerkingen die hij dinsdag zal maken bij de commissie.

Zes Amerikaanse burgemeesters, allemaal Democraten, drongen er maandag bij het Congres op aan om de inzet van federale troepen door president Donald Trump een halt toe te roepen. "We roepen het Congres op om wetgeving aan te nemen om duidelijk te maken dat deze acties onwettig en weerzinwekkend zijn", aldus de burgemeesters van Portland, Chicago, Seattle, Albuquerque, New Mexico; Kansas City, Missouri en Washington D.C. Ze stuurden de brief naar de leiders van de Democraten en de Republikeinen in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden.