Bijltjesdag in bollenveld Buitenkaag
Tulpen van hun koppen ontdoen, zodat hun energie niet in het laten groeien van de bloem maar in de bol gaat zitten. Een generatie geleden was het een werkje waar heel wat handen en manden aan te pas kwamen.
Tegenwoordig gaat het supersnel, blijkt deze donderdagmiddag langs de Hoofdweg-oost bij Buitenkaag. Als loonwerker Daan Hachmang (26) met zijn bollenkopmachine over het veldje net ten zuiden van de A44 rijdt, vliegen bijna alle koppen eraf om keurig in de looppaden te eindigen. Alleen exemplaren met korte stelen ontkomen aan de machinale messen.
Waar vroeger een ploegje een paar dagen bezig was met zo’n drie hectare groot tulpenveld, is het voor deze Noordwijkerhouter een uur of vijf werk. Gewoon een kwestie van de vijfhonderd meter lange bedden één voor één afrijden, met tussendoor precies de goede draaibewegingen.
Het loonwerkbedrijf waarvoor hij werkt, doet ook het net iets grotere hyacintenveld richting Buitenkaag. Maar hyacinten hoeft hij niet te koppen. Daar komt hij half juni wel weer eens langs, als ook de tulpenbollen lang genoeg hebben kunnen doorgroeien in de bedjes van klei. Want daar draait het om in de bollenwereld; niet om de bloemen.
Hachmang, gewend aan de zandgronden van de Bollenstreek, vindt de kleigrond van de polder ’heel apart’. De klei heeft meer voedingswaarde, legt hij uit. Maar het kweken is er een vak apart. Om te voorkomen dat de klei het zaakje te veel verdicht, groeien ze tussen twee heel lange netten. Het maakt dat speciale machines nodig zijn voor planten en rooien.
Vooral dat rooien is spectaculair. Als de rooimachine de netten net weer andere kanten oprolt, is het net of de Rode Zee zich opent voor een exodus, maar dan van bollen. Dat zijn er zo veel dat achter de rooimachine weer twee trekkers rijden om de snel met bollen gevulde kisten op te halen
Nu maar hopen dat vandaag de beloofde regen valt. Want anders moet Daan in de tussentijd toch echt tot beregening overgaan.