Westeinderplassen paradijs voor de meerval

Theo Rekelman leegt een fuik.© Hein Flach

recordvangst in 1963.© Visserij Nederland

De Meerval© Rijnland

De vitrinekast van Theo Rekelman.© Hein Flach

1 / 4
Hein Flach
Aalsmeerderbrug

Het water van het insteekhaventje, waarin zijn vissersboot in de ochtendnevel dobbert, is glashelder als Theo Rekelhof, beroepsvisser op de Westeinderplassen, van wal steekt. Voor hem ligt het weidse geheimzinnige water. We varen vanochtend een rondje mee. We gaan op ’meervallenjacht’.

Voor de duidelijkheid: de Europese meerval (Silurus glanis) is beschermd. Als Rekelhof er een vangt, en dat gebeurt volgens zijn zeggen 350 keer per jaar, zet hij ze terug. Vooral is hij palingvisser. Hij vangt, rookt en verkoopt gerookte paling aan huis in Kudelstaart.

Rekelhof heeft overal zijn fuiken langs de oevers uitgezet. Die laat hij twee dagen staan, leegt en verplaatst ze, om een jaar later op dezelfde plek terug te komen. Ook vist Rekelhof met de reep, een vislijn van honderden meters lengte op de bodem, met daaraan zestig haken waaraan een aasvisje hangt. Dat zijn de twee methodes waarmee hij paling en meerval verschalkt.

Rekelhof ziet al na tien minuten dat de vangst vandaag, een prachtige zomerdag, zal tegenvallen. ,,Het is niet te voorspellen. Het is een zwoele nacht geweest, ik verwachtte wat, maar het valt vies tegen. Misschien had ik de reep meer in de wind moeten leggen. Maar zo gaat het met vissen. Als je denkt dat je het weet, word je op je nummer gezet. Een lesje nederigheid.’’ Toch hangt er af en toe een dikke paling aan de haak. We hopen op een meerval. ,,Ik heb ik er wel eens eentje gevangen van 1.70 meter lengte.’’

Een familie van vissers

Na de reep, die weinig opleverde, varen we van fuik tot fuik. Ondertussen vertelt Rekelhof honderduit. Hoe zijn overgrootvader Kees in 1878 als beroepsvisser begon. Hoe hij het stokje doorgaf aan zijn grootvader Dirk, en die weer aan diens zoons. ,,Mijn vader en oom namen het vanaf 1950 over. M’n oma was er zwaar op tegen, want het was grote armoede, hoor.’’ Dat werd na de oorlog veel beter, want de Westeinder was ’onderbevist’. In 1991 was het de beurt aan Theo de beroepsvisserij voort te zetten. ,,Toen begon het al minder te worden. Ik heb dit jaar nog geen vijfhonderd kilo snoekbaars gevangen. Ze zijn er gewoon niet meer. Dat komt door het heldere water. Met de paling begint het gelukkig wat beter te worden, door de maatregelen die getroffen worden om alles natuurvriendelijker te maken.’’

Theo Rekelhof en zijn vrouw hebben drie kinderen van 18, 22 en 26 jaar. Zijn zoon studeert in Delft werktuigbouwkunde. Geen van drieën heeft er oren naar beroepsvisser te worden en zodoende de traditie voort te zetten.

Overleg

We varen verder. ,,Ik mag hier overal vissen. Deze hele Westeinder. De gemeente geeft de vergunning af. 800 hectare is gemeentewater, 200 is privébezit. Daar mag ik eigenlijk niet vissen. Dat doe ik wel. Een beetje in overleg met eigenaren. Als ik weggestuurd word, ga ik weg.’’

We halen een fuik op en jawel, er zit een meerval in. Een exemplaar van ongeveer tachtig centimeter. Theo laat hem in de waterbak glijden - die gaat tijdelijk mee voor onderzoek. Het zal de enige meerval zijn die we deze ochtend vangen.

De meerval

Rekelhof is bij het onderzoek naar de meerval betrokken, omdat Visserij Nederland en hoogheemraadschap Rijnland wisten dat hij ze zou vangen. ,,Vanaf het begin, toen de Haarlemmermeer werd drooggemalen, leefde er onder de rietzudden een kleine populatie. Mijn vader en oom vingen er heel af en toe een en aten ze op, maar sinds 1963 zijn meervallen beschermd. In 1995 gingen we opeens meer meervallen vangen. Niet alleen op de geijkte plekken, maar overal, ook midden op de plas.’’

Waarom de populatie zo exponentieel is gegroeid, is niet bekend. Hoe dan ook, in het kader van het onderzoek bewaarde Rekelhof alle exemplaren groter dan zestig centimeter. Als hij er een stuk of vijftien had, kwamen de onderzoekers om ze te chippen. De zenders zijn geplaatst in de buikholte. Met transponders (ontvangers op palen) werden hun bewegingen in kaart gebracht. ,,Als een gezenderd exemplaar in de buurt van zo’n paal kwam, werd dat geregistreerd. Zo konden ze precies zien waar ze zaten. Zo is heel de Westeinderplas in kaart gebracht.’’

De grootste meerval die Rekelhof ving, 1.70 meter, woog 30,5 kilo.

Theo Rekelhof geeft ook lezingen over visserij. ,,Aan de hand van een powerpoint houd ik verhalen van twee keer drie kwartier. Beetje pikante grappen over de voortplanting van palingen en krabben. Dat die potentieverhogend zijn enzo. Over bijzondere vangsten. Zo ving hij eens een steur van 1,54 meter, een joekel van een beest. Over de albinomeerval van tachtig centimeter die hij aan de haak had. Over kreeften en wolhandkrabben. ,,Daar zit goed business in. Twaalf euro per kilogram. De Chinezen zijn er gek op.’’

Palingroken

We zijn terug na een boottochtje van drie uur. Opbrengst van vandaag: een kilo of dertig paling, uit de fuiken. Niet slecht. Rekelhof rookt ze zelf. ,,Als je dicht bij je product blijft staan, hoef je niet veel te vangen. Vangen, roken, verkopen, dat is het.’’

Aan de muur in zijn werkplaats hangt een grote zwartwitfoto uit 1963. De familie Rekelhof, met een enorme meerval. Theo staat erop, als jochie van zes, zijn vader, zijn opa. ,,De meervallen waren toen bijna uitgestorven. Mijn opa zag ze als concurrent, dus opruimen. Zo ging het ook met de snoekbaars. Het was hier baarzenwater. De tijden veranderen. Nu is baars niets waard, maar snoekbaars is nog een duur visje.’’

Rekelhof heeft aan het meervallenonderzoek zelf ook wat verdiend. Voor elk onderzoeksexemplaar kreeg hij tien euro. ,,Gevonden geld. Of ik ervan op vakantie kan? Ach. Ik heb altijd vakantie. In september ga ik naar Cadzand. Haaientanden zoeken.’’

Succes

Het succes van de Westeindermeerval hangt samen met drijvende rietvelden (zudden) die deze rover als schuilplaats gebruikt. Bij schemering verlaten meervallen het riet om naar het open water te trekken. Als de zon opkomt, keren ze terug naar hun schuilplaats. Kleinere exemplaren (tot dertig centimeter) eten slakken en plantmateriaal. Grotere dieren consumeren kreeftachtigen en vis. De allergrootsten pakken prooien als brasem, snoek, karper en meeuwen. De grootste meerval ooit in de Westeinder werd in 1953 boven water gehaald (1,80 meter).

Oogst van jaren vissen

In zijn werkplaats heeft Rekelhof de oogst bewaard van jarenlang vissen in de Westeinderplassen. Vitrinekasten vol met inktpotten, pijpjes, aardbeienpotjes, parfum- en drankflessen, speelgoed, flesjes Haarlemmerolie. ,,Het laatste wat ik vond was een koperen tabaksdoos. Schitterend. Dan vraag je je af: wie zal hem verloren zijn? Een turfsteker, een seringkweker, een aardappelboer of een aardbeienteler?’’ Ook ligt er de schedel van een otter. ,,Rond 1850 werd 13 gulden betaald voor een dode otter. Want ze maakten de fuiken stuk, brachten schade toe aan de visstand, en het velletje bracht veel op.’’

Visserijbedrijf Rekelhof is op Facebook

Meer nieuws uit HD

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.