Hoe het was en wordt
Theo Gommer
Aan alle goeds komt een eind, dus ook aan mijn columns in deze krant. Het is nu eenmaal soms tijd voor vernieuwing. In mijn laatste drie columns haal ik nog een keer alles uit de kast om u voldoende pensioenmunitie te geven om alle komende pensioenperikelen te overleven. Dat doe ik zoals u mij kent; recht voor zijn raap.
Dat is ook nodig, want toen ik enkele jaren geleden begon, was pensioen saai, ver van ieders bed en goed geregeld, toch? Wat precies goed was geregeld, wisten we niet. Er was ook geen crisis, die al ruim vijf jaar duurt, de goede kant opgaat, maar nog niet over is en nog lang effect zal hebben. Inmiddels is pensioen ’hot’; we lezen er elke dag over in de krant en op social media en zien het onderwerp op tv voorbijkomen. Toch zijn er de afgelopen jaren eigenlijk maar drie dingen wezenlijk anders geworden.
Het eerste is dat we altijd hebben gedacht dat we ’zo hard mogelijk’ moesten werken, om zo vroeg mogelijk volledig met pensioen te gaan. En dan, vraag ik altijd? De hele dag vissen? Kan best leuk zijn hoor, nog twintig jaar vissen. Maar ik durf te stellen dat je daar echt niet beter/gezonder/gelukkiger van wordt. Zorg dat je tegen de pensioendatum werk doet dat energie geeft. Het devies is dus eerder gaan part-timen, om het langer vol te kunnen houden. Alleen de werknemersvakbonden doen ons nog geloven dat werken vies/niet leuk is. Laat ze lekker. Wie is nog lid? Jongeren in elk geval niet.
Wat ook wezenlijk veranderde: werkgevers willen/kunnen niet langer voor ons zorgen en willen ons dus alleen maar belonen zolang we er werken. Dat is hun goed recht.
Zelfs Shell – en Philips en Rabo – verzorgt niet meer, terwijl die dat wel kan betalen. Dat is logisch gezien de boekhoudkundige gevolgen die dat heeft, gezien de steeds kortere en flexibeler arbeidsduur, maar vooral omdat je niet aan een werknemer van 21 jaar kunt beloven dat je hem of haar over 46 jaar – tegen die tijd zal de pensioenleeftijd overigens wel minimaal 70 zijn – levenslang verzorgt. Het is naïef als je denkt dat dat kan.
Tot slot is pensioen pas écht begonnen nu de eerste grote groepen gepensioneerden er zijn (na WO II geboren). Zij eisen – terecht – beloofde rechten op, nemen zitting in pensioenfondsbesturen en laten zich niet afschepen met ’geen indexatie’ en kortingen – ook op reeds ingegane pensioenen.
Kortom, pensioen is van ’not’ in een paar jaar ’hot’ geworden. Het gaat dan ook om gigantische bedragen. Vanaf 2020 wordt er per jaar 100 miljard euro uitgekeerd, dat de schatkist dan ook zo’n 35 miljard per jaar oplevert.
De volgende keer beschrijf ik nog een keer de laatste stand van zaken en wat er de komende jaren gaat wijzigen. In mijn laatste column neem ik u mee naar pensioen in 2030!