Premium
’Waarom hebben we zoveel spullen!’, hoor ik mezelf tieren | column Kari van der Heide
Waarom hebben we zoveel spullen! We kunnen álles wat hier staat wel verkopen. We doen er níks mee! Ik hoor mezelf tieren, vanuit een zolderpui, tegen mijn vrouw twee verdiepingen lager. ’Is goed, kippie’, roept ze terug.
Ik haal diep adem. Ik weet wel waarom we zoveel spullen hebben. Die hebben we zelf gekocht. Zes jaar geleden woonden we in een appartement van 60 vierkante meter. Als er iets in kwam, moest er ook gelijk weer iets uit. Een jaar later woonden we in een huis met het dubbele oppervlak. En kregen we een kindje. En dan heb je ineens veertien keer zoveel spullen ’nodig’.